donderdag 23 april 2009

10. Cool! another beautifull day to enjoy...



Geluk is een strategie
Genieten is een kunst

Als je reist, kun je je kont niet keren of je struikelt over een gelukszoeker. Meestal van het type mens dat de hele dag onafgebroken jointjes rookt, terwijl ze zichzelf wijsmaken dat dit geestverrruimend zou zijn. Types die zoveel mogelijk lol proberen te maken in zo kort mogelijke tijd en dus altijd op zoek zijn naar een feestje of een happening. Zielen die zichzelf al bijna verlicht voelen, maar wel hun rotzooi overal achterlaten. Als je ze hoort, hebben ze in hun leven al vele duizenden kilometers afgelegd. Sommigen hebben zelfs meerdere malen de hele aardbol rondgereist, maar als je het mij vraagt, zijn ze eigenlijk in hun leven nog geen stap verder gekomen. Ze reizen met een goede reden, want eenmaal thuis, blijkt maar weer eens dat ze nog steeds gevangen zitten in dezelfde gedachten- en gedragspatronen. Als oplossing boeken ze dan weer hun volgende trip.

Gelukkig zijn lang niet alle reizigers zo.
Op deze stranden is het, naast de onvermijdelijke kliek zoekers, een komen en gaan vande meest interessante mensen, leraren, spiegels en rolmodellen en bij elke ontdekking die ik doe; bij elk proces waar ik doorheen ga, lijkt er op miraculeuze wijze iemand te verschijnen, die mij een belangrijke les kan leren. Niet persé doordat ze iets bijzonders zeggen, maar doordat ze iets bijzonders doen. Of, zoals in dit geval, door er slechts te zijn. Als inspiratie, als voorbeeld, als wezenlijke wekker die je wakkerschud uit je gedroomde werkelijkheid .
Op dit moment is Ullie mijn wekker. Ullie is heel goed in gelukkig zijn. Ullie is een geluksvinder.

Als we op een middag toevallig samen onder de mangoboom in de schaduw zitten, besluit ik haar eens uit te horen. Ik heb toch niet voor niets jarenlang NLP gestudeerd en mensen met specifieke talenten modelleren, is een methode die ik succesvol beheers. En Ullie heeft een buitengewoon talent voor ’n ontspannen en gelukkig leven. De moeite waard dus, om haar eens nader aan de tand te voelen, want zulk talent kom je niet dagelijks tegen. Sterker nog: de meeste mensen – en ik ben daarop geen uitzondering - blijken daar nogal moeite mee te hebben.
“Hoe doe je dat nou Ullie, om zo tevreden en content te zijn?”, begin ik mijn quasi interview. “Ik doe juist níet zoveel”, lacht ze schalks, terwijl ze haar biertje aan de kant schuift om een sjekkie te rollen. “Eigenlijk doe ik helemaal niks waar ik geen zin in heb”. Dat gaat er bij mij niet in. Iedereen, wie dan ook, moet toch altijd wel iets, wat nou eenmaal móet. “Ïedereen doet toch dingen om iets te bereiken, of om ergens te komen”, breng ik er dan ook ferm tegenin. “Jij zult toch ook wel iets doen? Waar haal je anders je geld vandaan?” Ik herinner me nu dat ik haar regelmatig op haar gemakkie aan een tafeltje zie zie zitten, omringt door plastic zakjes en allerlei trommeltjes, terwijl ze in de weer is met draad en een tangetje. “Geld heb ik niet zoveel nodig”, pareert ze mijn aanval. “Ik pas mijn leven aan, aan de hoeveelheid geld die ik verdien en niet andersom, zoals de meeste mensen doen, die levensomstandigheden uitkiezen, zoals een groot huis of een dure auto en daar dan keihard voor gaan werken. En ze verteld:
Jarenlang heeft deze Duitse struise meid blijkbaar op straat geleefd. “Ja, waarom niet? Ik had niet veel spullen en het was heel lekker weer. Waarom zou ik een ruimte huren, als de hele wereld mijn ruimte kan zijn?” Ik kijk hier niet echt van op, alhoewel ze er niet als een zwerfster uitziet. Eerder als een coole ‘rockstar’ van een populaire band uit de 70’s, met haar wilde, hyperblonde haar met bijna zwarte uitgroei op de juiste plekken. Sinds een half jaar heeft ze echter een piepklein kamertje in ’n achterstandswijk van een grote stad.
Op de mij geleerde NLP-manier vraag ik haar stap voor stap haar strategie te beschrijven, van een gewone dag. “Als ik wakker word”, zegt ze nadenkend, “rek ik me eerst eens lekker uit en dan besef ik hoe heerlijk ik lig nu ik zo’n fijn bed heb”. Ze neemt nog een hijsje van haar peuk en leunt ontspannen achterover, starend naar het niets. “Als ik daarvan genoten heb, denk ik aan de dag die voor me ligt en aan alle leuke dingen die ik misschien kan gaan doen, als ik daar zin in krijg en dan zeg ik tegen mezelf: “Cool! Another beautifull day to enjoy” en dan krijg ik meestal kriebels om uit bed te springen en de dag te begroeten”. “En hoe doe je dat dan precies?”, wil ik weten.
“Ik heb een kamertje met een raam, waar een paar uurtjes per dag de zon te zien is, en een boom als uitzicht”, zegt ze alsof ze de loterij heeft gewonnen.” Dus het eerste wat ik doe, nadat ik het koffiezetapparaat aan heb gedrukt dat naast m’n bed staat, is het raam openmaken en de boom begroeten. Ik ben zo blij met die boom, daar zomaar voor mijn raam. Hij zwaait elke morgen naar me en hoe harder het waait, hoe enthousiaster hij me begroet.” Ik begin me een beeld te vormen van haar leefomgeving en woonsituatie en vergelijk die in gedachte met de mijne: Ook ik woon in een grote stad, maar dan in een hoekhuis aan de rand, met drie grote slaapkamers en een zolder, ’n ruime huiskamer met open keuken, met bovendien een voor- en achtertuin, helemaal voor mij alleen. Langzaam begin ik m’n eigen rijkdom te zien. Want mijn woonruimte is iets waar ik al heel lang ontevreden over ben. Zolang ik me kan herinneren, wil ik daar al weg omdat ik verlang naar een huis met een grotere tuin in een warm land, waar de zon altijd schijnt, midden in de natuur en vlakbij de zee. ’t Dringt ineens tot me door, dat ik al jarenlang slaaf ben van mijn verlangende geest en dat ik daardoor niet meer kan zien wat ik eigenlijk allemaal héb. Dit verlangen maakt dat ik altijd iets anders wil dan wat er is en dat ik leef met een permanent gevoel van ontevredenheid. Bovendien weerhoud het me, te zien hoe bevoorrecht ik eigenlijk ben. Ook voor mijn huis staat een boom, maar ik ben nog nooit op het idee gekomen, om me s’ochtends, voor m’n open raam uit te rekken en de frisse, zuurstofrijke lucht ervan op te snuiven terwijl ik de kleur van de zon op de bladeren bewonder. Ik heb mijn boom jaren verwenst, omdat ie schaduw wierp in de tuin, waar ik de zon wilde hebben, als die al scheen...
Mijn verwensingen zijn zelfs verhoord, want vorig jaar is de bliksem erin geslagen en heeft de gemeente hem opgeruimd.
“En weet je wanneer het helemaal gaaf is?” onderbreekt ze enthousiast mijn gepeins, “als de zon binnenschijnt, want dan kan ik op de grond in het zonnetje genieten van m’n verse bakkie met een peuk.”
Haar verhaal confronteert me met m’n eigen manier van doen en het is ineens of ik nu pas helder kan zien: terwijl ik alsmaar bezig ben, te letten op wat er in mijn leven ontbreekt en fantaseer wat er allemaal anders zou moeten zijn, gaat het geluk aan me voorbij.
Terwijl Ullie geniet van wat ze heeft, hoe weinig dat ook is, zit ik te soebatten over wat er allemaal ontbreekt. Zij is dankbaar voor wat er op haar pad komt en ze leeft in vrede met zichzelf. Ze heeft weinig nodig en voor haar ligt het geluk niet alleen op straat; ze weet het ook nog te vinden.
Jaja, alles goed en wel, denk ik toch nog sceptisch, maar daar kun je natuurlijk nit de hele dag blijven zitten.
Alsof ze mijn gedachten geraden heeft, vervolgt ze: En dan vraag ik me, terwijl ik geniet van mn koffie, af: wat zou ik vandaag willen? en dan wacht ik af tot er een idee in me opkomt, tot me iets te binnen schiet. Laat je gewoon door jezelf verassen..”, zegt ze glimlachend, terwijl ze zich met een kopje koffie en een met ’n knipoog gebietst sigaretje op een strandstoel vleidt. “Durf te wachten tot er een idee in je hoofd opkomt. En dat ga je dan doen. Zo simpel als wat. Werkt altijd.
Terwijl je op ideeën wacht neemt je de tijd om iets te doen wat je fijn vind; jezelf verwennen door even in het zonnetje te zitten, te genieten van het naar buiten kijken,’n praatje maken, nog een koffie zetten, met je huisdier spelen, ontspannen. Gewoon niets hoeven van jezelf, dan komen je ideeën en je geluksgevoel vanzelf bovendrijven”.
“Maar hoe kom je dan aan de kost?”, hou ik vol.
“Nou bijvoorbeeld, op een dag kreeg ik zin om een stukje te gaan wandelen in het park. Daar ontmoette ik een man die daar sieraden zat te maken van zilverdraad. Ik vond dat zo gaaf; dat wilde ik ook leren. En dat heb ik toen gedaan. En dat doe ik nog steeds. En wat ik gemaakt heb verkoop ik dan, want ik vind het ook nog steeds leuk om op straat te zitten met mijn vrienden en mijn spullen te verkopen aan mensen die blij zijn met wat ik heb gemaakt”. Dat is dus wat ik haar heb zien doen met dat tangetje en die doosjes.
Dus als ik het nu goed begrijp vind je geluk dus als je vrede hebt in hoe dingen zijn en in waarderen en genieten van wat je hebt, vat ik het voor mezelf samen. Nou, das makkelijker gezegt dan gedaan. In mijn wereld lijkt altijd wel iets te vinden dat nog moet gebeuren, worden verbeterd of opgelost. Vooral ikzelf moet nogal verbeterd worden, voordat ik goed genoeg ben, vind ik. Ik raak regelmatig verstrikt in de verwachtingen die ik van mezelf heb en die in mijn hoofd zoveel plaats in beslag nemen, dat er gewoon geen spontaan idee meer bijkan.
Misschien maar eens ophouden met mezelf eindeloos verbeteren en m’n leven gewoon goed genoeg gaan vinden zoals het is. Als Ullie dat kan, terwijl ze niets heeft, moet mij dat toch zeker lukken, met al die overvloed waarin ik leef. Gewoon een kwestie van mindset, besluit ik ferm.
“En nu?”, kom ik enthousiast met een plan. Dit is iets waar ik heel goed in ben, mensen op ideeén brengen. “Ga je nu hier ook je sieraden verkopen? Ik weet zeker dat er hier markt voor is. Je kunt bijvoorbeeld op zondagmiddag meedoen met de markt bij de Sanctuary”, probeer ik haar op te jutten. “Dat weet ik nog niet...als ik zin heb misschien. Ik ben nu op vakantie”. Blijkbaar krijgt ze bij het woord vakantie, zin in een duik, want ze zet haar zonnebril af en met een hoofdknikje nodigt ze me uit om haar te vergezellen. Gillend rennen we over het hete strandzand en samen duiken we de bruisende golven in. “Zo doe je dat dus”, lach ik haar toe wanneer we als spartelende zeehondjes weer bovenkomen.. “Probeer het maar, werkt altijd. Vertrouw erop! Laat jezelf gewoon gaan waar je heenwilt, dan kom je altijd daar waar je moet zijn.” En met deze wijsheid duikt ze opnieuw de golven in, haar gevoel achterna.
Wait for ideas to come... hmm, misschien toch maar eens proberen ,want met al dat denken aan wat ik allemaal zou moeten, kom ik ook niet echt tot ontspanning. Ik besluit om mezelf eens toestemming te geven, m’n controle te laten varen en eens te gaan kijken waar ik dan heendrijf. Kan ik meteen beginnen te oefenen in de golven hier.
Geen idee wat het me brengen zal, maar voorlopig maakt dat niet uit. Ik drijf lekker rond en dat bevalt me voorlopig wel. Ik wacht gewoon af wat er gebeurd.
Eigenlijk is geluk dus simpel, overpeins ik terwijl ik me helemaal overgeef aan de sensatie van de bruisende zee, die zich op dit moment gedraagt als een glas pas ingeschonken 7-up. We maken het onszelf gewoon moeilijk door verlangend de verkeerde kant op te kijken en te denken dat we het van buiten naar binnen moeten halen. Te denken dat het verderweg ligt, buiten ons bereik. Dat geluk daar ligt in plaats van hier; ofdat ‘t aan allerlei voorwaarden moet voldoen. Geluk werkt blijkbaar gewoon andersom; het ontstaat binnenin je als een gevoel, doordat je dankbaar bent voor wat je hebt. En als het daar gegroeid is, kun je het overal zien. En vandaaruit kun je het naar buiten brengen en zo jezelf en de wereld een beetje lichter maken, doordat je een voorbeeld bent voor anderen, zoals die blonde duitse dat nu is voor mij.

En dan gaat er blijkbaar nog iets voor je werken: de juiste timing. Als je drang vanbinnenuit komt, gedreven vanuit willen creëren; vanuit het hart, met plezier, jezelf laten dragen door je golf van inspiratie...kom je vanzelf waar je moet zijn. Dat blijkt namelijk in de komende dagen, als ik,
zoals Ullie al voorspelde, helemaal vanzelf en vanbinnenuit de drang krijg om m’n eigen posters te ontwerpen, in plaats van me rot te rennen op zoek naar een vormgever; iets wat ik mezelf tot nu toe had opgelegd. Alsof het zo geregisseerd is, raak ik aan de praat met iemand die zojuist uit heeft zitten vogelen hoe hij postertjes kan maken in Microsoft Word en er meteen enthousiast over begint te vertellen. Hij wil het me zelfs wel even voordoen, als ik zin heb. Nou, dat wil ik wel. We gaan aan de slag en een paar uurtjes later heb ik vier prachtige, zelfgefabriceerde posters. De volgende dag meteen even laten drukken, als ik toch toevallig langs de internetplek kom, onderweg naar bamboohut; het enige restaurant met kokosnoten in de koelkast en waar ik toevallig op dat moment een moord voor zou willen doen. Met ’t buikje nog vrolijk klotsend van van ’t kokossap, loop ik een klein rondje om mijn eigen fabricaat op strategische plekken neer te hangen. Moeiteloos, met het gevoel van supertrots in mijn buik en met veel plezier; zonder zelfopgelegde drang van m’n 'zou moeten'-regisseur. Helemaal in de flow.

Geen opmerkingen: