donderdag 11 februari 2010

11. Leuk liegen tegen jezelf.



Ik dobber rond op een oceaan van mogelijkheden
En er is niets om mijn controleanker aan vast te haken.
Ik mag nu gaan vertrouwen op m’n innerlijk compas.
’t Voelt beklemmend en bevrijdend tegelijkertijd.



Alles werkt hier anders dan thuis. Alle manieren die ik thuis heb ontwikkeld om m’n leven op orde te houden, vallen hier schaamteloos in het niet bij wat werkelijk werkt. Neem bijvoorbeeld: plannen maken. Ik ben een kampioen plannenmaker. Ik plan hoe laat ik honger krijg en hoeveel ik dan eet. Ik plan hoe laat ik naar bed wil, dus ook hoe laat ik moe moet worden. Ik plan wanneer ik opsta, wat ik ontbijt, wanneer ik schrijf, lees of een massage neem. Niet gek natuurlijk, want thuis gaat het vaak niet anders. Iedereen leeft volgens een strak schema in de agenda en daar prop je jezelf dan als het goed is ergens tussen. Of niet. Maar het is hoe dan ook gepland. Nu moet ik bewust m’n controledrang leren negeren en leren luisteren naar iets anders in mezelf. Want plannen maken werkt hier niet. Niemand plant, agenda’s bestaan niet, zelden zie je hier een klok en iemand met een horloge is een bezienswaardigheid.
Dus wat dan, als plannen niet werkt en je niets anders lijkt te kunnen?
Dan ga je dus bezig met voelen, en das mooi. Je word wakker als je uitgeslapen bent, je eet als je honger hebt datgene waar je op dat moment zin in hebt. Je valt in slaap als je moe bent, al is dat ergens in een restaurant op een heerlijk kussen dat ontworpen lijkt te zijn voor mini-dutjes. Je leest, schrijft, werkt, zwemt of speelt als het je trekt. Een afspraak maken is onbegonnen werk; je komt elkaar wel gewoon tegen als het toevallig zo uitkomt. Als het lot beslist. Als het de ‘bedoeling is’. Op deze manier word tijd ook weer iets van jezelf.Je hoeft ineens geen tijd meer te maken, je kunt de tijd némen. En het mooie is dat die ander dan meestal ook gewoon tijd hééft.
Dan ga je een intentie zetten en met de dag meedrijven, afgestemd op... ja, op wat??
Als het hoofd niet meer de hoofdrol krijgt, duurt het eerst even voordat de andere verwaarloosde systemen weer kreunend op gang komen. Even is het onduidelijk, waarnaar dan te luisteren. Maar al gauw komt de aandrang van binnenuit, ’n sterk gevoel, zin in iets, iets wat in me opkomt in het moment. Nu het innerlijke controle systeem stilligt, lijkt het alsof er geheel nieuwe bedrading moet worden aangelegd, voordat ’t nieuwe netwerk naar behoren kan gaan functioneren.

Als ik begin met deze nieuwe manier van zijn, zit mijn plannenmaker in het begin een tijdje verveeld en vuil te kijken omdat ik ‘m niet meer nodig heb en hij voelt zich ontredderd en niet gewaardeerd; alsof mijn geest bang is om niet meer gezien te worden. Als een klein kindje die bij alles wat ie doet: “mama, kijk!” roept. En ik leer nu, net als naar een kind, te kijken en liefdevol te glimlachen naar m’n eigen drukke geest. Best grappig wat ie allemaal verzint om de aandacht te krijgen. Nu ik ‘m begin te observeren, komt het me raar voor, dat ik ooit heb gedacht dat ik overal naar moest luisteren; sterker nog, dat ik uit moest gaan voeren, waar ieallemaal mee aan kwam zetten. Je geest proberen stil te krijgen is bijna onbegonnen werk merk ik. Hij is namelijk ontworpen om gedachten te produceren. Daarentegen aandachtig kijken naar wat er op de lopende gedachteband voorbij komt gerold, zonder teveel aanstoot te nemen of te geloven wat ik denk, maakt dat ie vanzelf rustiger word. Dat ik zelf ook rustiger word.
Mijn vriendin Fluff heeft hier een fantastische manier voor gevonden. Ze heeft haar repeterende gedachten simpelweg genummerd. “Ik had weer even last van mijn nummer drie”, zegt ze dan.” Die misvatting dat ik niet ‘lovable’ ben. Of : “nummer vijf is vandaag al zeker zeven keer langs geweest, de aandachtstrekker. Gelukkig weet ik wel beter.”
Op dit moment staan in mijn misleidende gedachten-top 3:
1.Je hebt nog niet genoeg gedaan vandaag
2. Op deze manier bereik je niets.
3. Word ’t niet eens tijd dat je in actie komt want zo word het nooit wat met jou.

Een ware gedachtenterreur waarmee ik mezelf contant opjaag. Het ligt ook voor de hand hoe ik me ga voelen, als ik deze gedachten blijf denken. Gelukkig kan ik nu steeds meer zien, dat het losse gedachteflodders zijn, waar ik mezelf mee beschiet. Dat ik niet alles hoef te geloven wat ik denk.
Op deze manier afstand creëren tussen ik , de denker en de gedachten; zien dat het verschillende aspecten zijn, brengt een innerlijke revolutie teweeg. Ik kan dus denken wat ik wil! En ik ben zelf degene die kiest of ik iets wil geloven van wat ik heb bedacht.

Ik denk nu ook weer terug aan iets wat mijn trainer eens zei, toen ik in opleiding zat. Hij kwam met de briljante uitspraak: In wezen is alles wat je denkt gelogen. Wat je denkt is slechts een interpretatie van de werkelijkheid, waarmee je je eigen waarheid creërt. En als het dan toch allemaal gelogen is, lieg dan leuk tegen jezelf! Denk dan die gedachten die maken dat je je goed voelt.
Want inderdaad; die denker wil toch denken. Wat let mij om gewoon een ander produkt op de lopende band te zetten. Zo’n lopende band als van Mies Bouwman. En dan onthoud je alleen die dingen die je graag wilt winnen.
Als de denker merkt dat ie niet meer serieus genomen word, houd ie ook veel vaker z’n mond; dan druipt ie af als een leugenaar die is ontmaskerd.
En als die arme, hardnekkige denker van mij straks doorkrijgt dat ie gewoon voorlopig vrij heeft gekregen en dat dat niets te maken heeft met zijn eigenwaarde, gooit ie misschien z’n strakke structuur eens lekker overboord, zodat ie kan gaan genieten van de lichtheid van het leven.